zondag 7 januari 2018

Een Tesla en een hoek af



Wat doet meneer Delanghe die dag in Alveringem, waar hij helemaal niet hoort te zijn? Waarom neemt hij daar de Oerenstraat, nauwelijks breed genoeg om zijn Tesla door te laten? Alzo start dit verhaal dat ons niet alleen naar de Westhoek leidt, maar ook naar iemands trauma. Meneer Delanghe is een heer op leeftijd, maar het trauma dat hem sinds zijn jeugd vergezelt, veroudert niet. Zestig jaar eerder bijt zijn hond iemand in de hand, mama wil het beest het huis uit en geeft het aan de melkboer, die spant de hond voor zijn kar. Voor meneer Delanghe is ‘t als vandaag. In de Oerenstraat ontwaart hij iemand die geschikt lijkt, burger laat hond uit. Meneer Delanghe stapt uit de Tesla, alsmede op de man af. ‘Bent u’, vraagt hij, ‘in het bezit van een bewijs van afwijking van het verbod honden als last- en trekdier te gebruiken?’ De man heeft geen idee waarover deze vreemde mens het heeft en wil zijn weg vervolgen, maar meneer Delanghe maakt misbaar. Hond bijt meneer Delanghe in de hand, wandelaar trekt aan de hond, hond trekt aan de hand, meneer Delanghe trekt aan het kortste eind. Hij herbeleeft wat hem zestig jaar geleden aangedaan werd: vreemde man neemt hond mee. Tegen de tijd dat meneer Delanghe de Tesla in de parkeergarage binnenrijdt is ’t alweer donker. In zijn thuisstad weet niemand wat zich die dag in Alveringem heeft afgespeeld. De volksmond weet alleen dat meneer Delanghe een Tesla heeft.
Flor Vandekerckhove



Geen opmerkingen: