donderdag 25 februari 2016

Conscience en ik (6)

— Jan Breydel (rechts) en Pieter De Coninck, zoals Jo Clauwaert die ziet verschijnen in Rooie Machteld en de Uitgezogenen, een verhaal in wording. —

In mijn toe-eigening van De Leeuw van Vlaanderen, heb ik hier al uitvoerig beschreven hoe ik de maagd Machteld tot de mijne gemaakt heb. Ook heb ik daar alreeds verteld hoe het Slot Wijnendaele verbouwd werd en waarheen de Groeningekouter inmiddels verhuisd is.
Wie zich Consciences meesterwerk toe-eigent moet uit dat boek nog andere personages overnemen, bijvoorbeeld Jan Breydel en Pieter De Coninck. Heden maak ik u diets hoe wij met deze twee helden aan de haal gaan.
Breydel & De Coninck, er bestaat een standbeeld van. Dat is van de hand van Paul de Vigne en het staat op de Grote Markt van Brugge. De beeldhouwer heeft ook aparte kopjes van die Vlaamse helden gemaakt. We beschikken bijgevolg over voorbeelden, waarnaar we onze eigen Jan en Pieter kunnen boetseren. Of juist niet, want Paul de Vigne heeft dat, zo vind ik toch, niet erg goed gedaan.
— Jan Breydel (P. de Vigne) —
— Pieter De Coninck (P. de Vigne) —
In Consciences boek vind ik geen uitvoerige beschrijving van Breydel, maar ik lees wel dit: hij zwaeide zyne slachtbyl met schriklyke wendingen boven zyn hoofd.’ Hier is duidelijk een geweldenaar aan het werk, iemand die eerst moordt en pas daarna over de daad nadenkt, als hij dat al doet. Die herken ik niet in het idealistische kopje dat de Vigne (links) aflevert. Ik zie in dat kopje eerder een bedachtzaam man met een verzorgd kapsel, misschien wel een strateeg die met alomvattende blik het slagveld schouwt dat in de Vlaamse traditie uiteraard links ligt. Maar een slager die zijn bijl ‘met verschrikkelijke wendingen’ in ’t rond zwaait… Neen, die zie ik daar niet in, en u wellicht evenmin. Dan vind ik de Breydel die Jo Clauwaert — een passende naam trouwens in deze context — boven dit stukje schetst toch beter. Clauwaerts Breydel is wel degelijk een geweldenaar, een man die uitermate geschikt is om in ons verhaal-in-wording de vuile karweien op te knappen. Hem zult u nimmer betrappen op 't kammen van zijn haar.
Nog erger is ’t gesteld met het kopje dat de Vigne van Pieter (rechts) maakt. Conscience heeft die Pieter De Conink trouwens wel beschreven: ‘Daer hy een oog verloren had, waren zyne wezenstrekken niet zeer aengenaem. Eene bovenmatige bleekheid, beenige wangen en diepen rimpels op zyn voorhoofd (…).’ Conscience is duidelijk: Pieter ziet er onaangenaam uit, hij is bleek en heeft maar één oog. Die valt al helemaal niet te herkennen bij de Vigne die misschien wel een kruising van Richard Wagner en Cyriel Verschaeve op ’t oog had, maar niet de mens die Conscience beschrijft. Jo Clauwaert daarentegen zit er bovenop, zo zult ook u toegeven wanneer u de beelden objectief met elkaar vergelijkt. En u zult dat nog meer toegeven als u dat daarna ook nog eens op subjectieve wijze doet.
Flor Vandekerckhove
(Vervolgt)

P.S.: Lezers contacteren me in paniek omdat ze het deeltje Conscience en ik (5) vergeefs zoeken. Ze vermoeden dat ik me in de nummering vergist heb, maar ze dwalen. Conscience en ik (5) staat in de blog bij de stukjes van februari, onder de titel Hij leerde zijn volk grimlachen. Ik vond dat een mooiere titel dan Conscience en ik (5).

Geen opmerkingen: