vrijdag 25 mei 2012

Plaats voor velo's

Er waren er twee die 'plaats voor velo's' aanboden: het erf van boer Lagast, waar Martha over de fietsen waakte en de 'garre' van mijn ouders, waar ik bij de toegang geposteerd werd. Filip Defever (rechts), zoon van Martha, koestert nog altijd het wervende bordje van zijn moeder.

Ik verneem het overlijden van Filip Defever (°9 september 1962), zoon van Maurice en Martha Lagast. Filip overleed op 17 mei 2023 in AZ Damiaan, waar hij al een week verbleef. Hij onderging al een jaar kankerbehandelingen in UZ Gent. Filip was ongetwijfeld de slimste mens die ik persoonlijk ken. Hij had een doctoraat in de wiskunde (UGent) en mocht zich ook doctor in de fysica (Leuven) noemen. Ik herinner me hem als een loner die biografieën van wiskundige genieën las, en daar smakelijk kon over vertellen. Hij delfde ook graag in het familieverleden. We hadden regelmatig een goed gesprek aan het hek van het huis, eertijds hofstee, dat hij van zijn ouders erfde, waarbij we herinneringen ophaalden. Die gesprekken vonden al eens hun weg naar deze blog, zoals hier hier⇲ en daar, en dus ook in Plaats voor velo's. Bovenstaande foto wordt nu onverwachts een in memoriam. De afscheidsplechtigheid gaat door op woensdag 24 mei om 10.30 u. in crematorium Polderbos.

Was het 50 of 60 ? We woonden in de Duinenstraat van Bredene, verbindingsweg tussen het hinterland en 't Noordzeestrand. De straat was druk, niet in het minst tijdens de zomervakantie, wanneer honderden dagjesmensen naar de kust afzakten, veelal per fiets.
Tussen mijn ouderlijk huis en dat van de buren lag een stuk grond op bebouwing te wachten. Aan de poort hing een bordje waarop Plaats voor velo’s stond. Elke zondagmiddag werd naast dat bord een stoel gezet en op die stoel zat ik.
Kort na de noen kwamen ze toegestroomd. Ze kwamen van heinde en ze kwamen van ver; van Oudenburg en Westkerke, Ichtegem en Eernegem, van het Sas en van het Dorp; vaders met zoon op de buis, moeders met dochter op de bagagedrager, bromfietsers die zwoeren bij Superia, jongemannen met brillantine in 't haar, mannen die Wervik rookten en vrouwen met een foulard die hun permanent tegen ’t zand moest beschermen. A rato van vijf frank konden ze hun fiets bij ons stallen. Op zonnige topdagen werden soms meer dan honderd fietsen aan mijn hoede overgelaten.
Er was concurrentie. In diezelfde straat, vijftig meter voor ons huis, stond de woning annex erf van boer Jerome Lagast. Ik herinner me dat daar jaarlijks graan gedorst werd. Voor de rest gebeurde er op dat erf niet veel. Dus was ook daar plaats voor velo’s. Daar werden de zaken geregeld door Martha, een leeftijdgenote van mijn moeder, dochter van de oude Jerome. Martha heeft dat lang volgehouden. De grond naast mijn ouderlijke woning was al lang bebouwd, zelf was ik al een man op zijn retour, boer Jerome was lang dood & begraven, maar Martha bleef pal naast haar bordje Plaats voor velo’s staan. 
Jaarlijks verminderde het aantal fietsen dat op dat erf geparkeerd werd. Kwam dat doordat het fietsslot intussen uitgevonden was? De tijd had inderdaad niet stilgestaan, al was dat aan de schort van Martha niet te zien. Het merk Superia bestond niet meer. De mensen uit de polderdorpen namen nu het vliegtuig naar Benidorm. En het zal ook aan het toenemende autobezit gelegen hebben. Het kon hoe dan ook niet blijven duren. Toen ik na veel omzwervingen weer in Bredene kwam wonen, zag ik haar nog altijd naast het bordje staan, waarop nu evenwel geschreven stond: Plaats voor auto’s.

[In DLVuurtorenwachter dateert deze post van 2012. In 2022 redigeer ik hem opnieuw, ten behoeve van enkele nieuwe FB-groepen die zich over 't verleden van de kuststreek buigen. De foto bovenaan het stuk is nieuw.]

1 opmerking:

Luc Blomme zei

Nog op de platte kar gezeten van boer Jerome. Een kar met rubberen banden, een luxe. En al wat ik zag "Een groot gat en een steirt" zoals in het liedje van Vermandere.
Martha kwam dagelijks met twee pinten melk. Aan haar postuur te zien "Melk is goed voor elk"