vrijdag 14 oktober 2016

Het verhaal van het huisje

— Van uit het huisje kijk je uit over het dorp (eigen foto). —
Vlak buiten het dorp staat een huisje tegen de bergwand. Zelfs de oudsten van dat dorp herinneren zich niet dat het ooit bewoond was, zo lang heeft het leeggestaan. Een nieuwe eigenaar heeft het voor weinig geld gekocht en er een vakantiewoning van gemaakt. In dat huisje verblijf ik terwijl ik dit verhaal schrijf.
Er hebben muizen in het leegstaande huis gewoond, marmotten ook, en in de kieren en holten van de muren heeft een slangenfamilie zich vele tientallen jaren ongestoord kunnen reproduceren. Aan dat alles komt een einde als het huis tot vakantiewoning opgewaardeerd wordt.
De eerste toerist die er over de vloer komt, vertelt de eigenaar, is Paul Le Gantois, een Belg, een landgenoot van me. Tijdens de eerste nacht treft die in dat huisje helaas een slang aan die zich niet bij de nieuwe situatie neergelegd heeft. Le Gantois grijpt in paniek naar wat hij grijpen kan. Met een haagschaar knipt hij de slang in stukken. Elk van die stukken gaat er blindelings vandoor, een stuk kruipt onder een plint, een ander kronkelt zich een weg achter het toilet, een derde gaat kriskras alle kanten uit en nog een ander laat een slijmsliert achter in de gang… Le Gantois grijpt een hark en spitst de stukken op de scherpe tanden. Op straat schudt hij de stukken slang van de hark.
’s Anderendaags beklaagt Paul zich bij de eigenaar, maar wanneer die komt kijken is er niets meer te zien. De eigenaar legt Le Gantois uit dat de plaatselijke slangen ongevaarlijk zijn, dat het een beschermde diersoort is en dat je zo’n beest niet doodt, maar gewoon het huis uit borstelt. Mijn landgenoot is niet overtuigd en wil meteen naar huis. Om het goed te maken, schrijft de eigenaar een waardebon uit, goed voor een gratis verblijf. Mijn landgenoot mag het daaropvolgende jaar gratis in het vakantiehuisje komen logeren. Tegen die tijd zullen de slangen zich bij de situatie neergelegd hebben.
Krek een jaar later komt Paul Le Gantois er zijn vakantie weer doorbrengen. En wat niet zou mogen gebeuren geschiedt toch. Weer komt Le Gantois oog in oog met een slang te staan. Hij meent in dat beest zelfs de slang te herkennen die hij een jaar eerder in stukken gesneden heeft. Paul ontvliedt meteen het huis, neemt zijn intrek in de plaatselijke B&B en vertelt daar zijn wedervaren. De gastheer vertelt het verhaal rond van de stukgesneden slang die naar zijn belager terugkeert. Zo krijgt het huisje zijn verhaal, net als de andere huizen hun verhaal hebben.
De zon verdwijnt achter de berg. De fles is leeg, de eigenaar maakt aanstalten om op te stappen. Half lachend, half ernstig vraag ik hem of ik ergens schrik van moet hebben. ‘Pas du tout’, zegt hij, ‘De slang zit nu in het hoofd van je landgenoot. Hij komt alleen nog tevoorschijn als Paul Le Gantois in het huis is.’

Flor Vandekerckhove

Geen opmerkingen: