vrijdag 12 augustus 2016

En eeuwig zingen de jaargetijden (*)

— Krombeke, eertijds tussen de bossen, maar nu niet meer. (Foto www.henderyckx.com) —




Oogsttijd. Boeren halen tarwe binnen, overal zijn pikdorsers in de weer. We wandelen door het landelijke Krombeke, dorp omringd door velden. Maar ook hier is het zoals steeds: vroeger was alles anders. Vroeger ligt dat dorp in een bosrijke omgeving. Je kunt het je nu niet meer voorstellen. De bossen zijn in die tijd zo uitgestrekt dat je er in verdwaalt. Dat is ook wat ridder Cornelius Witsoone overkomt: 
‘Drie dagen en drie nachten dwaalde hij door de bossen, zonder de uitgang te kunnen vinden. Toen hij op het punt was gekomen, dat hij van honger en dorst zou sterven, nam hij in zijn angst zijn toevlucht tot de H. Maagd en Moeder Gods Maria. Nauwelijks nadat hij aan de H. Maagd hulp gevraagd had, hoorde hij de klok van Krombeke luiden. Hij geraakte aan de rand van het woud en was gered.’
Het voorval heeft tot vandaag gevolgen. Zo lang Krombeke bestaat klept de klok dagelijks 72 keer, evenveel als het aantal uren dat de ridder in de bossen ronddoolt. In de zomer gebeurt dat om acht uur ‘s avonds. Horen doen wij dat niet, tegen dat uur zijn we al thuis. Cornelius heeft nog een gevolg bewerkstelligd: een eeuwigdurend jaargetij.
Een jaargetijde of memorie is de naam van een jaarlijks terugkerende kerkdienst die voor het zielenheil van een overledene werd vastgelegd door hemzelf bij testament of door zijn nabestaanden.’
Dat levert een probleem op, waarvan u zich misschien niet heel & gans bewust bent. De missen zijn duurder dan in de tijd van Cornelius, veel duurder. Ridder Witsoone heeft daar destijds niet bij stilgestaan. Nu denkt men er in kerkelijke kringen aan om eeuwigdurend te reduceren tot 25 jaar. Da's erg drastisch, lijkt mij. Wanneer de eeuwigheid maar 25 jaar meer duurt dan loont de hemel de moeite niet meer. Er is gelukkig ook een andere oplossing: 
‘Volstaat de opbrengst niet langer dan worden allereerst de nabestaanden gecontacteerd. Zij kunnen desgewenst bijstorten, zodat de opbrengst weer voldoende is voor de jaarlijkse mis. Doen ze dat niet, dan volgt reductie met andere die ook niet genoeg opbrengen. We hebben hier een computerprogramma voor dat alles bijhoudt en herberekent.’ 
Een computerprogramma dat het eeuwigdurende jaargetijde herberekent! Ik vind dat niet uit hé, het staat op de site van het parochieblad. Rest de vraag wat de nabestaanden van ridder Cornelius ervan denken. Dokken ze of dokken ze niet?
Flor Vandekerckhove

(*) Vrij naar En eeuwig zingen de bossen, het eerste deel van de trilogie Het geslacht Bjørndalvan de Noorse schrijver Trygve Gulbranssen. (Het boek duurt langer dan de film; drie boeken, twee films.)

Geen opmerkingen: