vrijdag 10 juni 2016

Pionieren voor het welzijn der dieren

Van links naar rechts. Michiel Maertens (1938-2008)  (Eigen foto.) —  Henry Spira (1927-1998) — Spira kocht op 15 april 1980 een bladzijde in de NY-Times om het misbruik van dieren aan te klagen. —



In 1995 was ik in Nieuwpoort getuige van een gewelddadig treffen. Daar stonden voor- en tegenstanders van een schapentransport tegenover elkaar. De dieren kwamen uit Engeland om alhier geslacht te worden. Voorstanders waren blij met de economische activiteit, tegenstanders waren van mening dat de dieren onnodig leed werd aangedaan. In die tijd gaf ik een tijdschrift uit dat Het Visserijblad heette en ik had vernomen dat ook vissers zich daar om dat schapenleed zouden bekommerden. Ik toog er heen om het met eigen ogen te aanschouwen. Als onze correspondent ter plaatse constateerde ik vervolgens dat Gaia gesteund werd door de groenen (in de persoon van wijlen senator Michiel Maertens), anarchisten (in de persoon van diens zoon Klaas) en vissers (in de persoon van zoon Laurens). Er vielen klappen en er werd met een dranghekken gegooid. Een rijkswachter brak zijn heup.
Senator Michiel Maertens was, via die vissende zoon, nauw betrokken bij de visserijsector. De bonzen hadden er geen goed oog in, Maertens was niet alleen een groene, via zijn zoon wist hij ook waarover het ging; een ongeziene combinatie. En Michiel versaagde nimmer. In de senaat wees hij er zijn verbaasde collega’s op dat ook het welzijn van de vissen een prangende kwestie was.
Afgezien van zoon Laurens was ik de enige in de sector die begreep wat de senator bezielde. Dat kwam doordat ik een geestesgenoot had die mij eerder al versteld had doen staan met zijn bekommernis om het dierenwelzijn. Henry Spira was een in België geboren Amerikaan, in 1944 lid geworden van de Socialist Workers party, de partij van de Amerikaanse trotskisten. Hij was zeeman en arbeider en schreef in The Militant, de krant van die SWP. Spira was een straffe gast. Nadat Castro en de zijnen dictator Batista uit Cuba gebonjourd hadden, trok hij er meteen heen om er Fidel te interviewen. Hij was de eerste Amerikaan die dat deed. 
Hij was ook de eerste trotskist die het thema van het dierenwelzijn naar voren schoof. Met succes overigens, want in 1976 slaagden Spira en de zijnen erin om in Amerika een einde te maken aan verminkingen van katten omwille van de wetenschap. Nadat Spira had aangetoond dat apen in militaire experimenten gebruikt werden, stopte India de uitvoer ervan naar de USA. En toen hij te weten kwam dat een cosmeticabedrijf de ogen van konijnen met troep insmeerde om te kijken of ze er al dan niet blind van werden, bracht hij geld bijeen om een hele bladzijde in de New York Times te kopen. Daarin klaagde hij de praktijk aan. Het bedrijf moest inbinden. 
Michiel Maertens was evenmin dwaas. Vissenleed is een thema waarmee je bij onze vissers niet moet afkomen, zij denken dan dat je ze niet alle vijf op een rij hebt. Maar Maertens pakte het slim aan. In de senaat gaf hij een tactisch en sluw voorbeeld van onnodig vissenleed. Soorten die van de overheid niet bevist mochten worden en toch in het net terechtkwamen, moesten de vissers van overheidswege weer overboord gooien. Die dieren waren verminkt en gekwetst, zei Michiel, en het was een barbaarse daad om ze weer de zee in te jagen. Daar waren de vissers het absoluut mee eens.

Flor Vandekerckhove

Geen opmerkingen: