zondag 19 juni 2016

Alles is seks

— Alphonse Lemmensplein —
Vijf jaar lang heb ik in Brussel gewerkt, meer bepaald in Anderlecht, in de drukkerij van de SAP, partijtje van de trotskisten. Over die wijk, langs de chaussée de Mons, tussen de slachthuizen en de Zuidlaan, wil ik schrijven, een vignet, een kleine herinnering. 
Het is lang geleden, meer dan dertig jaar. Eerst luidt de titel Herinneringen aan Brussel, maar deze die er nu staat, valt me al schrijvend te binnen, hij zal meer lezers lokken.
Een oude buurt en iedereen is er even arm. Er wonen jonge zwarten die occasieauto’s exporteren, oude Vlamingen die een stuk ijzer op maat kunnen draaien, kruideniers van Noord-Afrikaanse origine, een Turkse bakker en er is ook een Brusselse winkelierster die doet alsof ze je niet begrijpt als je haar in ’t Nederlands om een stuk chocola vraagt, wellicht omdat de klemtoon dan verkeerd ligt.
Als ’t mooi weer is, breng ik de middagpauze door op het Lemmensplein dat om de hoek ligt. Terwijl ik er een boterham nuttig kijk ik naar het leven dat er bruist in de prille dagen van de globalisering.
In die tijd ontwikkel ik een speelse theorie die stelt dat alles een kwestie van seks is, een ironische variante op het ernstige Alles Is Politiek, dat feministen met succes in stelling brengen. Doordat ik mijn theorie aan de werkelijkheid wil toetsen heb ik veel oog voor de manifestaties van Eros & Thanatos op en rond dat plein.
In New York staan de twin towers nog overeind, zelfs zwarte zondag moet nog vallen, maar het gaat er toch al heftig aan toe. Op weg naar het plein passeer ik een schooltje dat tegelijk een vesting is. IJzeren deur, sloten van het king size type, kettingen, getraliede ramen. De glazen deur van een apotheek toont een indrukwekkende afgeplakte barst, wellicht veroorzaakt door iemand die dringend iets nodig heeft. Politiemannen met kogelvrije vesten houden verveelde Marokkanen tegen. Allemaal voortekenen van wat komen zal.
Tegelijk heerst daar een dorpssfeer. Er spelen Afrikaantjes op het plein en op de banken zitten oude Belgen te breien. Huizen wachten leegstaand op de sloop, maar vlak ernaast is nog bewoning en er zijn buurtwinkels, een postkantoor, de apotheek met de gebarsten deur, een slager…
— Gerda Chuffart, 'n toffe collega. —
Een van de jonge Afrikaantjes doet boodschappen voor een oude Belg die niet langer goed te been is. Uit het raam van de tweede verdieping laat de man een mandje zakken. De jongen rent de boodschappen bijeen en de oude trekt het mandje weer naar boven. Idyllisch dorpsbeeld in ’t midden van de grootstad.

Op dat plein eet ik mijn boterhammen in gezelschap van Gerda, een toffe collega. Ze heeft mollige rondingen en daardoor veel bekijks. We lachen erom. ‘Gerda,’ zeg ik, ‘jij zult nooit om een wip verlegen moeten zitten. Al die Arabieren zijn meteen bereid.’ Het is politiek niet erg correct van me om dat te zeggen en de blikken van die mannen zijn al helemaal niet koosjer, maar Gerda gaat helemaal mee in de theorie die ik aan ’t ontwikkelen ben. ‘Ik mag het hopen,’ zegt ze, ‘want alles is een kwestie van seks.’

Geen opmerkingen: