vrijdag 1 januari 2016

De sleutel van ’t geluk



In 2015 heb ik in deze blog 195 stukjes gepubliceerd, bijna één per anderhalve dag. Dat is veel. Waarom doe ik dat eigenlijk? Laat het me je uitleggen. En volg me, want ik neem een omweg.
In een essay dat ze wijdt aan een boek van David Foster Wallace schrijft Zadie Smith: ‘Hij kan al evenmin met die snelheid worden gelezen, begrepen en genoten als dat we in een weekendje de Goldberg-variaties kunnen leren spelen. Zijn lezer moet zichzelf eigenlijk zien als een musicus, die het blad muziek — de gave van het werk — over de muziekstandaard uitspreidt, en de keuze maakt dit te spelen. Eerst komt er het instuderen, dan de bekwaamheid met het instrument, daarna het tijd doorbrengen met de bladmuziek, en dan het spelen, telkens en telkens weer opnieuw.’
Is dat de manier waarop u, lezer, een boek tot u neemt? Ik denk het niet. Zadie Smith beschrijft daar trouwens evenmin de manier waarop u naar de Goldberg-variaties luistert. Ze heeft een luisteraar van een speciaal type voor ogen, de luisteraar-musicus, en een lezer van een speciaal type, de lezer-schrijver.
— Zadie Smith —
Het citaat van Zadie Smith leert mij hoe het komt dat anderen zo veel boeken uitgelezen krijgen en ik zo weinig. Terwijl andere mensen alweer de waan van de dag aan ’t verorberen zijn, ben ik nog altijd het kleine oeuvre van Isaak Babel aan ’t uitbenen, ‘telkens en telkens weer opnieuw.’
Maar voor ik weer zo'n meesterwerk ‘over de muziekstandaard uitspreid’  keer ik even terug in de tijd. In 1988 neem ik een belangrijke beslissing. Ik sla de deur achter me dicht en besluit me te concentreren op het enige talent — talentje! — waarover ik beschik: schrijven. Ik nader dan de veertig en besef dat ik niet langer mag wachten.
Veel later, op 11 juni 1996, publiceert De Morgen Het foert-gevoel, een paginalang stuk van Douglas De Coninck en Ayfer Erkul. Die journalisten hebben het daarin over de politicus Johan Van Hecke die de voorzitter van de machtigste partij van ’t land is… Dat wil zeggen, geweest is, want ook hij slaat plotsklaps de deur achter zich dicht en verlaat halsoverkop de politiek om alleen nog te doen wat hij niet langer laten kan. De journalisten gaan in de geschiedenis op zoek naar een gelijkaardig voorbeeld en stoten op de troonsafstand van de Britse koning Edward XIII. Ze gaan ook op zoek naar een gewone mens die zoiets gedaan heeft en komen bij mij terecht: ‘Vandekerckhove besluit vuurtorenwachter te worden in Oostende en uitgever van het met opdoeken bedreigde Visserijblad. En boeken schrijven, dat wil hij ook wel.’ In het stuk word ik geciteerd: ‘Je verdient plots een pak minder, maar je leven is zoveel meer waard.’  Ja, in die tijd denken de mensen nog dat ik echt de laatste vuurtorenwachter ben. Maar voor de rest is 't allemaal waar. Dat is wat ik in de schaduw van de vuurtoren meteen ervaar en dat is wat ik nog steeds, zelfs in toenemende mate ervaar: schrijven maakt me gelukkig.
— Seymour Bernstein —
Het is een 90-jarige pianist die me uitlegt hoe dat komt. Op kerstdag kijk ik naar de documentaire Seymour, een leraar uit de duizend. Daarin vertelt pianist Seymour Bernstein dat onze essentie in ons talent vervat ligt. Wanneer je je muzikale talent ontwikkelt, zegt hij, kun je een diepe eenheid bereiken tussen je muzikale en je persoonlijke zelf, zodat muziek en leven op elkaar inwerken, ‘en er een nooit eindigende cyclus van bevrediging ontstaat.’ Wat hij daarmee zegt is dit: in het ontwikkelen van je talent ligt de sleutel van ’t geluk. En wat is ontwikkelen anders dan het ‘telkens en telkens weer opnieuw’ waarover Zadie Smith het in haar essay heeft?

Niet iedereen is van de lange adem. Niet alle lopers doen het in een marathon, niet alle schrijvers kiezen voor de trilogie, niet alle componisten zoeken het in symfonieën. Er zijn er, zoals Erik Satie, die in korte stukjes hun talent ontwikkelen en daarin naar een perfectie streven die in de wereld anders niet te vinden is. Dat is ook wat ik in mijn korte stukjes nastreef. Vandaar dat ik me een motto van A.L. Snijders, de kampioen van de korte stukjes, aangemeten heb: 'Het is al miljoenen malen gezegd, en het zal nog miljoenen malen gezegd worden: de werkelijkheid is zo angstaanjagend groot en wij zijn zo onvoorstelbaar nietig dat er niets anders op zit dan schrijven, schrijven, schrijven, schrijven, schrijven.'  Vijf keer na elkaar dus. Waarna ook u begrijpt waarom ik zoveel stukjes publiceer, ‘telkens en telkens weer opnieuw’.
Er rest daarover, vind ik, nog een vraag te beantwoorden. Getuigt het niet van egoïsme wanneer je je zo sterk op je eigen talent focust? Dat denk ik niet. Toch niet wanneer je 't resultaat ervan wegschenkt. Egoïstisch is het niet wanneer je je gave aan de markt onttrekt en er een gift van maakt. Dat is ook wat Seymour Bernstein daarover zegt: 'I poured it into you.' Hij heeft zijn gave in zijn leerlingen gegoten.
Flor Vandekerckhove

Het boek waaruit ik het citaat van Zadie Smith haal, heet Ik heb me bedacht. Het werd in 2010 uitgegeven door Prometeus. Op het internet staat een interessant interview met Seymour Seymour. In Seymour: An Introduction heeft hij het o.a. over het belang van het oefenen en over het genot van het ouder worden: https://www.youtube.com/watch?v=ePZF7cTugP4




Geen opmerkingen: