dinsdag 19 augustus 2014

Drie stukjes Duinenstraat

— Drie stukjes Duinenstraat, drie keer een eigen identiteit. —


De drie postkaartfoto’s tonen elk een stukje Duinenstraat. Het eerste beeld toont die vanaf de hoek met de Golfstraat, in de richting van Bredene-Dorp. De twee andere laten ons zeewaarts kijken. Op de tweede zien we het stuk tussen de Golfstraat en de Prins Karellaan, de derde foto gunt ons een nostalgische blik vanaf de Prins Karellaan tot aan het kruispunt met de Driftweg-Kapelstraat (toen Kapellestraat).
Wie door de straat wandelt, vertrekkend van het verst zichtbare punt op de eerste foto en de hele weg aflegt tot het einde op de derde postkaart, heeft nauwelijks een paar honderd meter gestapt. En toch heeft hij al drie verschillende biotopen doorkruist. Overdrijf ik? Laat het ons bekijken.
De eerste postkaart toont het stuk straat waar ik als kind gewoond heb. Links op de hoek staat het huis van de familie Rosseel, daarachter het terrein waar de Rosseels hun vrachtwagens stallen. Daar tegenover: garage Achille die door mijn oom uitgebaat wordt. Dat zijn niet bepaald ondernemingen die van het toerisme leven. Naast de garage, maar op de foto onzichtbaar, is er nog de groentewinkel van mijn grootouders en het etablissement van Alida dat wel plechtstatig café du Littoral heet, maar toch vooral dorst van autochtonen lest. Aan de overkant is er een krantenwinkel, een kleine kapperszaak, de winkel van mijn ouders… Voor de rest zijn er woonhuizen en vlak voor de hoek met de Frankrijklaan is er de boerderij van Jerome Lagast, een voorsmaakje van het leven in het verder gelegen dorp dat nog helemaal op het ritme van de landman leeft. De postkaart toont een omzeggens lege straat op een voetganger na en een moeilijk te ontcijferen figuur, misschien wel iemand die een handkar duwt. Geen fietsers, geen auto’s, geen reclamepanelen.
Hoe anders wordt dat wanneer je op die Golfstraathoek de andere kant uitkijkt, we lijken in een andere wereld terecht te komen. Rechts op de tweede foto loopt een jongetje, zijn kledij leert ons dat het zomer is. We zien boven hem een stuk van een reclamebord: Pension Beau Séjour. Verder, achter de luifel van beenhouwerij Minne, hebben de uitbaters van café du Sport het terras opgezet. Aan de overkant, voor de etalage van ‘de bazar’ staan buurvrouwen te kletsen. Alles staat klaar om toeristen te ontvangen. We zien fietsers en een auto. Het toerisme waarvan dat stuk straat zwanger lijkt te zijn, is al helemaal aanwezig op de derde foto. Want kijk, hoe meer we zee, strand & duinen naderen, hoe meer het beeld door dat toerisme gekleurd wordt. De krantenwinkel van Poppe is er dan ook helemaal op ingesteld. De kranten hangen uit; postkaarten aan de buitenmuren; zes, zeven reclameborden aan de gevel; ook de daarnaast liggende winkel heeft een en ander op de stoep gezet. Allemaal merchandising, alhoewel niemand in die tijd dat woord gebruikt. Drie (!) auto’s in de straat. Aan de overkant, maar onzichtbaar op de foto, de bergplaats van Melis’ strandcabines. Dit is voorwaar het toenmalige hart van het toeristische Bredene.

Flor Vandekerckhove


[De laatste Vuurtorenwachter post dit stukje in 2014. In 2021 redigeer ik het opnieuw, ten behoeve van enkele FB-groepen die zich over Bredene buigen.]



Rode Mustangs en mannen 
met een zwarte moustache 

www.youtube.com/watch?v=N5nDMNsB1mY

Geen opmerkingen: