
Gebraakt & gescheten! G&G! De term blijkt voor een kwaliteit te staan. Die heeft met het verleden
van de stad te maken: ‘Oostende is ook een stad van
Oostendenaren. Afstammelingen van Vikings. Bastaards geboren uit zij die hier
eeuwen lang aanspoelden. Geuzen. Vissers. Veroveraars en onderdrukten. Het
resultaat is een eigenzinnig volkje. Dat niet met zich laat spotten.’
Zelf ken ik vooral Oostendenaars die wèl met zich laten spotten. Maar de biografie van
punkrocker Frank Dubbe wijst me op een andere soort. Ik probeer er
de volksaard van te ontrafelen.
G&G, het is iets wat in de wijk Conterdam ontkiemt. Dat
geldt voor Dubbe, maar ook voor Arno
& Peter Hintjens en voor Danny &
Johnny Markey die allemaal in de Oostendse rockscène terechtkomen. In die
buurt loopt ook de latere burgemeester Jean Vandecasteele school: ‘Dubbe heeft er tegen die tijd al een paar ambtstermijnen opzitten als
burgemeester van de nacht.’ De Conterdam levert dag en nacht burgemeesters af!
Er zijn nog zo’n wijken, bijvoorbeeld de buurt rond de Amsterdamstraat: ‘Om de hoek woonden de broers Dasseville, dé
ruige gasten van Oostende en omstreken. Die mannen hadden (…) een coolheid die
tegelijkertijd (…) ontzag en aantrekkingskracht uitstraalde. (…) Het waren
zware jongens, maar niet zoals we die nu kennen. Als je in hun weg liep kon je
maar beter een goede tandarts hebben maar ze gingen niet over lijken.’
G&G, zo vernemen we hierboven, straalt dus 'een coolheid' uit. Die is evenwel van geen nut om er een beroepsloopbaan mee uit te bouwen, bijvoorbeeld in De Post, waar Dubbes
ervaringen te vergelijken zijn met deze van Charles
Bukowski in zijn Postkantoor. Maar je
kunt er wel mee terecht in een andere G&G wijk, het Hazegras. Bijvoorbeeld in het
etablissement van ene Rob die uit Amsterdam weggevlucht is, een mens die ook coolheid uitstraalt. Dubbe: ‘Hij draaide altijd loeiharde rock en had
bovendien kamers waar ik Dorianne kon
poepen. Al gauw werd Rob mijn vriend, het was een reus van een vent en als
lijfwacht had hij een Dobberman [sic] bij
zich. Toen bleek dat ik de kamer niet kon betalen, moest ik van Rob de lokale maffia bedienen tijdens hun illegale pokeravonden.
Daar zaten kleurrijke figuren en vooral ook lekkere wijven met half blote
borsten. De mannen speelden voor grof geld. Ik werd het hulpje, ging om de hoek
naar Delhaize om krabsalade en namaakkaviaar en zorgde dat de pokerspelers
voldoende drank hadden.’ Voor een G&G is dat een job als een andere: ‘Alleen: misdaad is niets voor mij, Rock & Roll zou mijn
ontsnappingsmiddel worden.’
Dat Frank Dubbe de misdaad afzweert blijkt voor Norbert Tanghe echter geen reden te zijn om hem niet nauwlettend te blijven volgen, een carrière lang. Of deze Norbert, werkzaam bij de Belgische Opsporingsbrigade (BOB), ook G&G is maakt de biografie niet duidelijk.
Dat Frank Dubbe de misdaad afzweert blijkt voor Norbert Tanghe echter geen reden te zijn om hem niet nauwlettend te blijven volgen, een carrière lang. Of deze Norbert, werkzaam bij de Belgische Opsporingsbrigade (BOB), ook G&G is maakt de biografie niet duidelijk.
Hoe dan ook,
Rock & Roll wordt inderdaad, en wel tot vandaag, Dubbes ontsnappingsmiddel,
maar niet uit Oostende: ‘Naar Brussel
gaan om te socializen met arty-fartys. Ik kon dat gewoon niet. (…) En roem is
geen doel op zich. Toen Chris Jagger onlangs in Oostende optrad belde iemand
mij op omdat ik een nummer samen met Chris kon doen. Enfin, ik lag al in bed
naar een film te kijken en bleef liever warm bij mijn katten, dan door het
grijze septemberweer te fietsen en een duo met Chris te doen.’ En zo komt het dat we Frank Dubbe ook
vandaag nog altijd in zijn wijk Conterdam zien fietsen, een soort coolheid uitstralend die je elders maar
zelden te zien krijgt.
Flor Vandekerckhove
Frank
Vermang, Dubbe, Oostende – Rock &
Roll, Portret van een man, een stad, een generatie. 2014. 9,90 €. 160
ps. ISBN 978-94-91164-32-3.