vrijdag 1 maart 2013

Seks in de coöperatie


In 1934 publiceert E. Armand een boek waarin
hij een overzicht geeft van zijn denken.
Vrije liefde! Ongetwijfeld kun je je bij die woorden iets voorstellen. Deze variante op het liefdesleven is je bekend, zij het wellicht alleen maar in theorie. De praktijk zal figuurlijk eerder ‘ver van je bed’ liggen. En ver van je bed zal je partner die vrije liefde ook letterlijk graag houden. Ik kan haar/hem geen ongelijk geven, toch niet op mijn leeftijd.
Bij de theoretici van de vrije liefde neemt de Franse individualist E. Armand (pseudoniem van Ernest Juin, 1872-1962) een bijzondere plaats in.  Hij ijkt de term ‘camaraderie amoureuse’, een wel zeer aparte soort van kameraadschap.
In 1907 wijdt hij er een eerste brochure aan.  In ‘De la liberté sexuelle’ spreekt hij zijn voorkeur uit voor het hebben van meerdere liefdespartners.  De theorie wordt ten volle ontwikkeld in het blad ‘L’en dehors’ (1922-1939) dat geheel en al het zijne is. Daarin uit hij een kritiek op de koppelvorming waartegenover hij de ‘meervoudige vrije verbintenis’ plaatst.
Gaandeweg verwijdert hij zich van de morele theses van de vrije liefde.  Voor hem is de seksuele daad niets anders dan een normale biologische gebeurtenis die evengoed kan plaatsgrijpen tussen mensen die helemaal niet de forse aantrekkingskracht voelen die daarbij verondersteld wordt. Kameraadschap hoeft zich, zo stelt Armand, niet te beperken tot economische en sociale solidariteit.  Ook de seks moet in het solidaire bad getrokken worden.
Hij ontwikkelt zijn theorie ook in een aantal afzonderlijke brochures en boeken. La Révolution sexuelle et la camaraderie amoureuse (1934, 350 bladzijden!) biedt een overzicht van zijn denken.
Vreemd genoeg wringt hij al die vrije seks in een pietepeuterig keurslijf.  Dat heeft een reden.  Voor hem is seksualiteit immers gelijk aan wat hij ziet gebeuren in de producenten- en consumentencoöperatieven waarmee de armen in die tijd proberen te overleven. Net zoals de rechten en plichten van de coöperanten daar keurig beschreven worden, zo doet hij dat voor wat de seksualiteit betreft. Of er zegeltjes te kleven waren weet ik niet, maar met deze technische benadering hoopt Armand de morele dimensie uit de seks weg te halen: ‘Het seksuele moralisme vernietigt in de mens de waarden van dienstbaarheid als daar zijn de ontucht, de deugd, de puurheid, de kuisheid, het voorbehoud, de terughoudendheid, de trouw en vele andere die de Staat en de Kerk als bewakers of professors van de moraliteit nodig maken.  Daarom is de seksualiteit die wij propageren revolutionair.’ Het mag je verwonderen dat ontucht daarbij als een waarde vermeld wordt, maar deze Armand was een anarchist en anarchisten plegen andere waarden & normen aan te kleven dan deze die pakweg de burgemeester van Antwerpen voor ogen heeft.
Rest ons alleen nog maar naar de praktijk te kijken.  In juni 1925 verschijnen de statuten van de ‘Compagnons de L’en dehors’ waarin de camaraderie amoureuse een plaats moet krijgen.  Om de anonimiteit, de vrijheid en de autonomie van elk van de contractanten te vrijwaren, schept hij een strikt kader. Dat kader staat, zo vinden veel potentiële kandidaten, al te zeer in contrast met het uitgangspunt dat er toch in bestaat een vrije omgang te creëren.  Vandaar wellicht dat de kandidaten niet staan te drummen om toegelaten te worden.  In april 1926 spreekt het blad van drieëndertig leden, verdeeld over Frankrijk (een twintigtal), Duitsland, de Verenigde Staten, Brazilië, Zwitserland, Argentinië en Marokko.  Midden juli zouden het er vijfenveertig zijn om halfweg februari 1927 tot drieënvijftig te stijgen. 
De mislukking laat niet lang op zich wachten: er blijken te weinig vrouwen te zijn; deelnemers zijn niet bereid de al te gedetailleerde statuten te aanvaarden; in de praktijk blijkt zich toch weer koppelvorming voor te doen. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog begint, kan hij nog melden dat de compagnons er een 199ste lid bij hebben. De grote slachting maakt een einde aan de verschillende clubs, want dan hebben de mensen uiteraard andere zorgen. 
Armand droomde van een seksualiteit die een betere verstandhouding creëert, eerst tussen individuen ‘en vervolgens tussen de volkeren’.  De theorie bleek evenwel aantrekkelijker te zijn dan de praktijk. Komt wel meer voor. Maar dat er mensen zijn die zo’n theorie ontwikkeld hebben èn toegepast, stemt mij hoopvol, al weet ik niet goed waarom. Misschien komt het uiteindelijk toch wel goed met onze soort.
Flor Vandekerckhove

Gebaseerd op ‘E. Armand et “la camaraderie amoureuse”, Le sexualisme révolutionnaire et la lutte contre la jalousie’.  Geschreven voor de workshop ‘Free Love and the labour Movement’.  Second workshop in the series ‘Socialism and Sexuality’, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam, 6 oktober 2000.  Auteurs: G. Manfredonia (Institut d’ Etudes Politiques de Paris) en F. Ronsin (Université de Dijon).

Geen opmerkingen: