zondag 8 juli 2012

Roeselare, kamelen, ondernemers & kunstenaars

Links, de Soubrykameel, links (ik op) de Photohallkameel, midden (ik op) een kameel zonder commerciële eigenschappen.


Wie geen zin heeft om zich in het oeuvre van Bart De Wever te verdiepen en desalniettemin de Vlaamse identiteit wil doorgronden, moet zich naar Roeselare begeven. Ik ken die stad: daar is een school die Klein Seminarie heet, er wordt een fameus bier gebrouwen en tijdens de jaarlijks terugkerende batjes kun je er over de koppen lopen. In de week wordt er gewrocht en op zondag, na de mis, wordt er gefeest. En dan mag het ook iets kosten. Nimmer werd die stad zonder de katholieken bestuurd en immer waart de blauwvoet er in 't rond. Ja, we bevinden ons in de buik van onze geliefde natie.
Een rechtstreekse treinverbinding met Gent is er niet, maar er is wel een kanaal dat de stad met de Leie (en dus toch weer met Gent) verbindt. Dat de trein niet naar Gent spoort, komt door de Roeselaarse pastoors. Die wilden vermijden dat de jeugd naar een heidense universiteit trok. Dat het kanaal er wèl is, komt door de plaatselijke ondernemers die jaarlijks 3,7 miljoen ton goederen over dat water laten transporteren. Voilà de Vlaamse identiteit in geconcentreerde vorm! Of zoals Raymond het zingt: ‘Waar men de heer nog kan loven / Waar de mensen belangrijk zijn / En de pensen omvangrijk zijn.’
Dat het kanaal daar 150 jaar geleden gegraven werd, moet gevierd worden met een kunstroute, aldus curator Christa Vyvey die uiteraard ook voorzitster is van de plaatselijke CD&V. Zij is erin geslaagd een keur van kunstenaars te mobiliseren die het kanaal nu ook artistiek op de kaart zet. Zoals ik het al zei: als er te vieren valt, mag het iets kosten.
Ik zou ter zake onwetend gebleven zijn ware er Chris Wuytack niet geweest die me wist mee te delen dat Jasper Rigole op zoek was naar ‘foto’s van de befaamde Soubry-kameel’. Rigole had die nodig om zijn filmische installatie ‘Kemel’ te produceren die op de kunstroute in het kanaalbedrijf Soubry te zien is. Hierbij past enige uitleg die ik u nu verschaf. 
Halverwege vorige eeuw toerde een ondernemende medemens door West-Vlaanderen met een kameel aan zijn zij. Gelukkig was Michel Vandenbosch nog niet geboren. Wie in die tijd kleuterschool liep, werd op de rug van het beest gezet en gefotografeerd. Soms werd die kameel gesponsord door macaroni Soubry, soms door ‘chocolat’ Jacques, soms door strandfotograaf Photo Hall en soms door niemand.
Dat laatste weet ik door mijn schoenendozen. Daarin vind ik verschillende beelden van kamelen met mezelf op, maar van Soubry is in die dozen geen sprake. Spijtig, want ik had graag mijn steentje bijgedragen tot Jaspers project.
Hopelijk kan ik via deze column toch nog iets betekenen voor de ondernemers van Roeselare, waarvan curator Christa Vyvey beweert dat ze ‘ondernemen tot kunst hebben verheven’. Een boude uitspraak is dat als je 't mij vraagt, een bewering die ons voldoende voer bezorgt om er een wijle over te mediteren nabij de veldkapel.

Geen opmerkingen: